terug
'drie installaties'
offset en foto´s
op papier
formaat 40,5 X 29 cm. 62 bladzijden
Gedurende de verbouwing
van mijn atelier heb ik vanaf 1 april tot en met
8 oktober 1995 drie installaties
gemaakt, waarbij ik gebruik maakte van de
fase waarin de verbouwing zich
bevond
Titel
: Uit de grond van mijn hart
Gegeven :
Tijdsduur:
Plaats:
Ruimte:
Oppervlakte:
Stelling :
Bewijsvoering:
Fysieke omstandigheden:
Percentage natuur: Percentage cultuur: Duurzaamheid:
Vormverandering:
Materiële situatie:
Geur:
Geluid:
Transport:
Toeval:
Theorie: |
een installatie
21april tot en met 28 mei 1995
Hogezoom 1 1, Burgh-Haamstede, Schouwen-Duiveland, Zeeland
langgerekte gesloten balk aan twee zijden open
10.00 X 5.00 X 3.50 m.
kunst gebaseerd op individuele intuïtie eist een analyse van
de eigen procedure
aan de hand van een aantal terugkerende toetsingsmethodieken
temperatuur rond 18OC.; volop lente. Daglicht aanwezig aan één
zijde door raampartij aan het noorden en aan één zijde
door een dakraam aan het oosten waardoor in de ruimte een duidelijk
verloop van licht naar donker ontstaat. De installatie dient ondergaan
te worden tot 18.00 uur verband met het invallen van de duisternis.
Het houten grondvlak van de balk is aangetast door uitgezaagde rechthoeken
waardoor een tweede laag buiten de balk zichtbaar wordt
20%: duinzand, water en schelpen
80%: glas, gips, linnen en gesso
hoog percentage met betrekking tot de objecten. Slechts door afbraak
of vernietiging is deze situatie te wijzigen
is vooraf op kunstmatige wijze gebeurd door de basisvorm 'golf'
als attribuut te verstarren en tot object te verheffen
het tot object verheffen van de golf als vorm wordt versterkt door
de media gips en glas. De golf in glas, oprijzend uit de vloer,
bewerkstelligt door de doorzichtigheid van de materie en het condenswater
dat in druppels tegen de binnenband van de vorm hangt, een spiegeleffect
van cultuur terugkerend naar natuur. De duinzandkegel, die door
een open vlak uit de vloer komt, lijkt vanuit een diepere grondlaag
te komen en opzettelijk op die plek de vloer te doorboren. Dit werkt
qua vorm het meest vervreemding. Het natuurlijke verloop van licht
naar donker is versterkt door dat de wanden en de vloer naar de
westzijde bewust een steeds donkerder tint gekregen hebben
geen
de ruimte is niet open. Straatgeluiden van een dorpsstraat buiten
het centrum dringen door
75% van het materiaal en van de objecten waaronder eveneens het
glas, is binnen enkele meters van de ruimte waar de installatie
plaats vindt door de kunstenaar vervaardigd. Het duinzand en de
schelpen, 25%, zijn door de kunstenaar geselecteerd en getransporteerd
over een afstand 3000 m naar de installatie ''
het toeval is van 100% bij aanvang vanaf de status van concept tot
het moment van uitvoeren van de installatie gereduceerd tot 1 0%
in het proces dat tot de installatie heeft geleid en dat gevoelsmatig
is gestart, is het toeval het eerste expressiemiddel. Het toeval
is bij uitstek een expressiemiddel van het individuele bewustzijn
van de kunstenaar. De kunstenaar creëert vanuit deze eerste
gedachte een concept waarin er naar wordt gestreefd om het onderscheid
tussen natuurlijke voorwerpen en de ontworpen dingen op te heffen.
Dat gebeurt door de symbolische, tactiele en visuele kwaliteiten
van de objecten in elkaar over te laten gaan. Stap voor stap neemt
de kunstenaar tijdens het proces zijn besluiten De golf wordt tot
fetisj verheven door haar uit de normale omgeving weg te halen en
om te zetten tot kunst. Deze stap gaat gepaard met een neiging naar
exacte vormen. De natuurlijke vormen worden zo ver ontleed dat er
exacte vormen ontstaan: de rechthoek die uitgezaagd is in de vloer
wordt kader voor de kegel (duinzand) en de ovaal (glazen golf)
tekst: Moniek
Peters |
Gegeven :
Tijdsduur:
Plaats:
Ruimte:
Oppervlakte:
Stelling :
Bewijsvoering:
Fysieke omstandigheden:
Percentage natuur: Percentage cultuur: Duurzaamheid:
Vormverandering:
Materiële situatie:
Geur:
Geluid:
Transport:
Toeval:
Theorie:
|
een installatie
19 juni tot en met 20 augustus 1995
Hogezoom 1 1, Burgh-Haamstede, Schouwen-Duiveland, Zeeland
aangerukte gesloten balk aan twee zijden open
10.00 X 5.00 X 3.50 m.
een installatie is een afspiegeling van de persoonlijke aanknopingspunten
van de kunstenaar
aan de hand van een aantal terugkerende toetsingsmethodieken
temperatuur rond 250C.,' volop zomer. Daglicht aanwezig aan zijkant
door raampartij en door plafond. Tot ver na het avondeten kan de
installatie bekeken worden. Het houten grondvlak van de balk is
weg gehaald. Volledig contact met de aarde
60%: duinzand en Iigusterbloesem
40%: linnen, pigment en fotografie
middelmatig met betrekking tot natuurlijke objecten, zand en liguster,
redelijk met betrekking tot fotografie en linnen, goed met betrekking
tot pigment
de hitte onttrekt vocht uit het. duinzand. Dit zand verglijdt en
trekt diepe geulen in de scherp gevormde boekvorm van het beginstadium.
De Iigusterbloesem verdroogt en verandert van kleur en volume, maar
wordt kunstmatig ververst zodat het volume weer gelijk aan begin
stadium is
het grondvlak wordt nu gevormd door het duinzand. In het grondvlak
is een kuil aangebracht. Het zand ligt als een tweede laag op de
aarde. De rug van duinzand midden in de ruimte loopt geleidelijk
over in de kuil die als het ware in de grond verdwijnt. AI is het
plafond geopend en kan het daglicht volop naar binnen, toch wordt
het heelal op kunstmatige wijze in herinnering gebracht door een
foto met een witte, bijna vierkant gevormde wolk die voorbij komt
drijven. In de ruimte lijkt het of door deze beelden het zichtbare
als vergankelijk weggevaagd zal worden. Als symbolisch gebaar hangt
een klein doek met drie gloeiende witte oriëntatiepunten. Bij
nadere beschouwing zijn het de middelpunten van een groep dunne
lijnen die een gebied doorkruisen
zware zoete geur van de Iigusterbloesem
de ruimte is niet open. Spraakgeluiden van een dorpsstraat buiten
het centrum dringen door
30% van het materiaal en van de objecten is binnen enkele meters
van de ruimte waar de installatie plaats vindt door de kunstenaar
vervaardigd.
De ligusterbloesem, 10%, is met het duinzand, 60%, door de kunstenaar
geselecteerd en getransporteerd over een afstand van 1000 m. naar
de installatie
het toeval is van 100% bij aanvang vanaf de status van concept tot
het moment van uitvoeren van de installatie gereduceerd tot 40%
deze installatie is afgeleid van de rituelen van het spelend kind.
Het spelen met zand, bij voorkeur het fijne duinzand dat in natte
staat zo goed te boetseren is, zal voor velen de eerste stap zijn
geweest van natuur naar cultuur. Het nooit blijvende van de zandvorm
is daarbij een interessant aspect van de realiteit. Bij Van Dijke
speelt het duingebied met de zandverstuivingen van jongs af een
grote rol. Hij is er geboren en getogen.
Uit nostalgische overwegingen heeft hij met deze installatie-cyclus
een inwijdingsritueel geschapen dat in verschijningsvorm veel weg
heeft van de traditionele rituelen van het spelers kind. De ruimte
is in een complete zandvlakte veranderd waar met hartstocht en liefde
zandkastelen gebouwd kunnen worden. Voor Van Dijke is dit bouwen
ernst. De willekeur is uitgebannen. Zijn onderzoek betreft de mate
van verbinding van het materiaal van buiten in een eigen systeem
zoals planten voor een herbarium op een bepaalde wijze gerangschikt
en beschreven zijn. Deze ideevorming met gebruik maling van materiaal
van buiten gebeurt niet zonder neiging naar romantiek en een nieuwe
bevestiging en bepaling van de kunstenaar tegenover zijn eigen buiten-omgeving,
zijn eeuwige inspiratiebron
tekst: Moniek Peters
|
Titel : Aardrijkskunde
Gegeven :
Tijdsduur:
Plaats:
Ruimte:
Oppervlakte:
Stelling :
Bewijsvoering:
Fysieke omstandigheden:
Percentage natuur: Percentage cultuur: Duurzaamheid:
Vormverandering:
Materiële situatie:
Geur:
Geluid:
Transport:
Toeval:
Theorie: |
een
installatie
1 september tot en met 8 oktober 1995
Hogezoom 1 1, Burgh-Haamstede, Schouwen-Duiveland, Zeeland
langwerpige gesloten balk aan twee zijden open
10.00 X 5.00 X 3.50 m.
het spanningsveld tussen werk en vocatie; beïnvloedt de vocatie
het werk of beïnvloedt het werk de lokatie?
aan de hand van een aantal terugkerende toetsingsmethodieken
temperatuur rond 20OC.; na-zomer. Daglicht aanwezig aan zijkant
door raampartij en door bovenzijde plafond. Tot 20.00 uur kan
de plaats van de installatie betreden worden. Reeds van buiten
af is in de ruimte een oranjerode gloed zichtbaar. Een betonnen
grondvlak is aangebracht
40%: duinzand, houtskool, duindoorn en duindoornsap
60%: beton, pigment, inkt en linnen
zwak met betrekking tot natuurlijke objecten, zand, duindoorn
en duindoornsap. Redelijk met betrekking tot linnen en houtskool,
sterk met betrekking tot pigment en beton
de bergjes van duinzand veranderen door vochtverlies, maar worden
in het verglijden tegengehouden door betonnen vormen. Het rode
duindoornsap verbleekt langzamerhand, waardoor het karakter van
het schilderij waar het op is aangebracht verandert
het grondvlak wordt gevormd door een ruwe oppervlakte van beton,
waarin schaarvormige plekken zijn uitgespaard. Plekken die doen
denken aan het natuurlijke residu van zand nadat er wind en water
overheen is gegaan. Op het beton is een dunne laag oranje pigment
aangebracht dat zich in de groeven van het beton nestelt. Aan
de muur tegenover de ingang is een college op linnen gehangen
met een compositie van natuurlijke materialen, waaronder duindoorn
op een niet gereguleerde manier aangebracht. Door een aanduiding
van het symbool van gebergten zoals het wel op geografische kaarten
staat aangegeven, is de titel van deze installatie aardrijkskunde
te herleiden
licht herkenbaar is de geur van pas gestort beton
de ruimte is niet open. Straatgeluiden van een dorpsstraat buiten
het centrum dringen door
5% van het materiaal is binnen enkele meters van de ruimte waar
de installatie plaats vindt door de kunstenaar vervaardigd. Het
duinzand en de duindoorn, 30% zijn door de kunstenaar geselecteerd
en getransporteerd over een afstand van 5000 m. naar de installatie.
Het beton is na enige omzwervingen van 30.000 m. getransporteerd
naar de ruimte
het toeval is van 100% bij aanvang vanaf de status van concept
tot het moment van uitvoeren van de installatie gereduceerd tot
20%
Van Dijke maakt gebruik van wat de natuur te bieden heeft aan
kleur en vorm. Hij heeft een plek in de natuur als concept gemarkeerd.
Niet letterlijk maar in de vorm van notities die hij heeft overgebracht
op een schilderij. Dit kunstwerk ontvangt een tweede betekenisleer
door het als geografische landkaart van de natuurlijke gesteldheid
van een gebied aan te geven. Het krijgt min of meer de status
van een wetenschappelijk document en dit schept een afstand tot
de subtiele notities die het tot kunstwerk maken.
Een samenwerking met natuurlijke processen kan ook een tegenspreken
of vervreemding van de natuur inhouden. Dit lijkt te gebeuren
binnen de ruimte waar het kunstwerk aan de muur wordt geëxposeerd.
De ruimte werkt als tegenloop van de gequoteerde natuur op het
kunstwerk. Een associatie met een onnatuurlijk waddengebied is
het gevolg. De oranjerode kleur van het lelieachtige pigment,
dat als huid gekleefd zit aan het beton. hoort vreemd genoeg bij
een nog nooit waargenomen natuurgevoel. De nagebootste natuurvolken
die ingegoten zijn in het beton functioneren als hiërarchisch
belangrijkste element
tekst: Moniek Peters
|
|